Palestina en Syrië vieren het halen van de Arabische Beker kwartfinales

Feestelijkheden barstten los op het veld en in de tribunes in Doha op zondag toen zowel Palestina als Syrië doorgingen naar de kwartfinales van de Arabische Beker na een 0-0 gelijkspel.

Voor beide teams werd het bereiken van de knock-outfase in dit regionale toernooi, georganiseerd door Qatar, extra bijzonder door de recente herinneringen aan conflicten in hun vaderlanden.

Slechts weken geleden in Gaza stopte de oorlog, die begon met de aanval van Hamas op Israël, onder een broos staakt-het-vurenplan dat door de Verenigde Staten werd bemiddeld.

Voor het Syrische team kwam de wedstrijd op de vooravond van de verjaardag van de verdrijving van Bashar al-Assad, die jaren van oorlog ontketende met zijn onderdrukking van pro-democratieprotesten.

Beide landen wisten dat een gelijkspel in hun laatste Groep A-wedstrijd Palestina de eerste plaats zou bezorgen met Syrië op de tweede plek.

Al voor de laatste fluit ging klonken rond de 40.000 fans die het Education City Stadium vulden, begonnen met dansen en juichen om de twee teams te vieren die doorgingen naar de laatste acht.

En aan het einde van de wedstrijd wisselden spelers op het veld shirts uit en poseerden ze voor foto’s samen, terwijl de coaches van de teams elkaar omhelsden.

"We zijn erg blij dat we de groep bovenaan eindigden, die twee sterke teams als Qatar en Tunesië bevatte, en we feliciteren alle Palestijnse fans," zei Palestijnse spits Oday Dabbagh.

"We speelden om te winnen, vooral na het horen van Tunesiës voorsprong op Qatar, maar we misten de laatste touch voor het doel... Het belangrijkste is dat we gekwalificeerd zijn."

Palestijnse coach Ehab Abu Jazar bracht hulde aan zijn moeder, die samen met zijn broer en andere naasten haar huis moest ontvluchten en nu in een tent in Gaza woont.

"Ze heeft veel ervaring met sport, en ze zei tegen me dat ik voorzichtig moest spelen," vertelde hij aan AFP.

Syrische spits Mahmoud al-Mawas zei dat het resultaat "veel betekent voor Syriërs omdat het samenvällt met de vieringen van de Bevrijdingsdag...

"Nu zal al onze focus op de kwartfinale liggen."

In een café in de Syrische hoofdstad Damascus keek de 30-jarige Wafa Durri naar de wedstrijd, met de vlag van haar land op haar rechterwang.

"Ik heb nooit eerder het nationale team gesteund, maar na de bevrijding is alles veranderd, en nu steun ik het met heel mijn hart," zei ze.